Japan and I: The Chronicles

Voor de nog resterende maanden van mijn verblijf in Japan zal ik in deze blog mijn hart zonder schroom uitstorten over de geneugten, irritaties, feestjes, misverstanden, voedsel en al wat nog niet meer wat het japanse volk met mij wil delen.

dinsdag, april 04, 2006

Miffy

Na de pauze is er standaard een zeer korte dagelijkse vergadering. Aan je team a 12 man meld je dat er een gloeilamp moet worden vervangen, dat er eindelijk weer nieuwe post-its zijn of dat de nieuwste testresultaten van een experiment binnen zijn. Uiterst efficiënt, ware het niet dat men in een kring staat van een straal á plusminus vier meter en aangezien men niet het buurtteam wil lastig vallen met een overdaad aan feiten, relatief zacht praat. Gevolg is dat i.i.g. de helft van de groep het niet verstaat. De maatregel die de ene ontvangende helft van kring dan neemt is, individueel geïnitieerd doch in koor plaatshebbende, het vooroverbuigen van het bovenlichaam om zo een dertigtal kostbare centimeters dichter bij de spreker te staan. Dit proces herhaalt zich tot nu toe elke dag, niemand verstaat iemand, iemand rond zijn verhaal af en niemand geeft feedback. Hoewel feedback op dat soort momenten in Japan ook geen vereiste is (zwijgzaam instemmen is altijd beter) valt, afgeleid van het aantal verdwaasde blikken of juist het chronische ja-geknik te concluderen dat de efficientie duidelijk te verbeteren valt. Het ontstaan van dit ritueel ligt in een in het verleden plaatsgenomen groot ongeluk (wat voor ongeluk is nogal obscuur). Vervolgens heeft men het een aantal weken volgehouden om dagelijks veiligheidssituaties te bespreken. Nu moet, na het “post-it”-verhaaltje van de baas een groepsgenoot een verhaaltje vertellen. Vroeger ging het nog over werk gelateerde “onzin”, tegenwoordig over een veranderde stoplichten-situatie twee blokken verderop, de weersvoorspellingen of dat Miffy het populaire konijntje in het echt Nijntje heet en uit Nederland komt om voor eens en altijd de onwaarheden de wereld uit te helpen.